Doopsel van de Heer

Sinds het laatste concilie wordt de ietwat Joodse viering “In circumcisione Domini”, de besnijdenis van de Heer, vervangen door “De doop van de Heer”, een nieuwe viering met aangepaste  teksten
en gezangen.

Introitus ”Dilexisti iustitiam” -Rechtvaardigheid hebt gij lief gehad en onrecht gehaat. Daarom heeft God U gezalfd met olie van vreugde en u geplaatst boven uw gelijken.- Dit is oorspronkelijk een zang uit het eigene der maagden. Een frisse 8e modus laat “iustitiam” rustig naar dominant do opstijgen, om “odisti” -haat, afkeer- met een tristropha op do te laten eindigen. De 2e zin vangt iets gewichtiger aan met “propterea”, maar “unxit” schijnt een zalvende beweging te willen maken. Aandacht moet het woordje “te (Deus)” krijgen, dat los van de andere woorden dient gezongen te worden! Met sibé op “Deus tuus” sluit de eerste halfzin rustig af. De nazin herneemt de blijde toon van “oleo laetitiae”.

Graduale Benedictus Dominus Deus” is het graduale van de 1e zondag door het jaar. -Gezegend zij de Heer, de God van Israël, die van eeuwigheid grote wonderen doet.- In de aanhef “Benedictus” herkent men onmiddellijk het “Absolve” van de Requiemmis en de antifonen tussen lezingen van de paaswake! Met bekende motieven van de modus gaat de zin verder. In de 2e zin schijnt “facit” met secunden en tertsen, iets op te bouwen. “mirabilia” krijgt een mooie zang en “solus” wordt uitgebreid gezongen. In de 3e zin plaatsen de neumen op het woordje “a (saeculo)” de letter L, van levare: hoger. Zo is het beter, mooier en meer eigen voor de 8e modus, om “a(saeculo)” te zingen met -solla- in plaats van -fala- ! En dat de wonderen eeuwig zijn, daarover geraakt “saeculo” niet uitgezongen!

Alleluia “Benedictus” is een gezang dat helemaal aangepast werd aan de alleluia’s van de dagmis van Kerstdag en Epiphania. Dit populaire gezang komt nog dikwijls voor bij heiligenfeesten en bij de zondagen door het jaar, soms met een ander melodie voor het vers.  De tekst werd hier zo goed mogelijk aan de oorspronkelijke melodie aangepast.

Offertorium “Benedictus qui venit”komt van de zaterdag na Pasen. -Gezegend die komt in de naam van de Heer: de Heer God die ons verlicht.- Al roept de melodie van ”Benedictus” ons het ”Improperium”, (offertorium van Palmzondag) voor de geest, de paasvreugde is in dit gezang niet weg te denken! Alle zinnen wentelen van laag naar hoog en allen bereiken om beurt de hoogste noot mi: met “nomine” in de 1e zin. Mooi is het schijnbaar trapsgewijze opstijgen met brede podatussen naar “(domo) Domini”. Het huis van God, hemelhoog, waar we in de 3e zin God ontmoeten met “Deus”, die het motief van “Domini” herneemt. Tenslotte herneemt “et illuxit” de trapsgewijze opgang, maar geeft het woord met een kwartsprong nog meer glans: dankbaar om de verlichting!

Communio “Omnes qui in Christo” Ook dit gezang komt van de zaterdag na Pasen. -Allen die in de Heer gedoopt zijn, zijn met de Heer bekleed.- Dit communio mist de hier toch nog te verwachten paasvreugde. Het zingt meer als een eenvoudige mededeling en bestaat slechts uit één zin: een voorzin, die de woorden “baptizati estis” wat breder zingt en met een kwintval laat eindigen; een nazin, die draait rond de noten –re- en -fa-, met eenmaal –sol- en tweemaal –do-. Met een uiterst eenvoudig alleluia, op de twee noten –re- en -fa-, wordt hier geëindigd.